Interview met Rooi Makaay mei 2008 'Waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan?'door: Mario van der Ende Mario van der Ende in gesprek met Roy Makaay Zelden heb ik Jan Dolstra, de grensrechter waar ik tijdens mijn actieve scheidsrechterscarriere, het liefst mee samenwerkte, boos op spelers (‘ je wordt gek van die gozer’) zien worden. Als wij na een wedstrijd van Vitesse de mooie en moeilijke wedstrijdsituaties nog even doornamen viel steevast de naam van Roy Makaay. Niet omdat hij een speler was die je constant, voor het gebruik van ellebogen of smerige trucs in de gaten moest houden. Juist verre van dat. Het is zelfs zo dat zijn vrouw Joyce een feestje wil organiseren als hij ooit tegen zijn eerste rode kaart aanloopt, maar omdat hij voor een grensrechter een regelrechte ramp is. Tot op de dag van vandaag begeeft hij zich tijdens het spel altijd op het randje van buitenspel. Ook dit seizoen weer werd Makaay ontelbare malen ten onrechte teruggefloten wanneer er weer een grensrechtersvlag iets te snel de lucht in ging. “Ik weet dat ‘buitenspel’ moeilijk te beoordelen is, maar een beetje meer accuratesse mag je in het topvoetbal toch wel verwachten, zegt de doorgaans stoicijns ogende Feyenoord-spits.. ”Maar niet dat ik er wakker van lig hoor” Als geen ander kan ik zaken relativeren. legt Roy Makaay mij in het Rotterdamse spelershome uit. Ik raak ook niet zo snel meer in de war. Ik kan geduld opbrengen en wachten op het juiste moment om toe te slaan. Die eigenschappen had ik al toen ik als jongetje bij NEC werd afgetest.Ik bleef gewoon mijn goaltjes bij de amateurclub Blauw Wit binnenschieten, en kwam op 14-jarige leeftijd in de Vitesse-jeugdopleiding terecht. En daar kwam ik oud-international Frans Thijssen als jeugdtrainer tegen. Dagelijks trainde ik met hem om vooral mijn techniek te verbeteren. Ongelofelijk wat ik van hem heb geleerd. Kappen, draaien, tweebenigheid, koppen en het juiste gevoel voor ruimte krijgen. Dagelijks ging mijn balvaardigheid met sprongen vooruit. Als Thijssen eens met partijtjes meedeed kreeg je hem niet van de bal af, hij was eenvoudig niet te verdedigen. En het mooie was dat hij zondags tijdens wedstrijden van het eerste ons trucjes liet zien, die wij door de weeks geoefend hadden. Hij deed deze trucs net zo makkelijk in zijn eigen strafschopgebied Sinds zijn ‘Arnhemse’ jeugdjaren durft Makaay blind te varen op zijn talent. Als trainer Herbert Neumann hem, in 1993, een keer bij de A1 langs de lijn staat en ziet dat Makaay bij elk schot de doelman tot een redding dwingt (‘dat is mijn minimale doelstelling’) of scoort ontdekt hij de grote kracht van de spits. Een aantal weken later valt hij in tegen MVV en debuteert in het betaald voetbal. "Zolang de trainer en mijn ploeggenoten me waarderen, is het goed". Tien jaar buitenlands topvoetbal bij Tenerife, Deportivo La Coruna en Bayern Munchen hebben hem gehard en verder gevormd in de voetbalwereld. ‘Ik vind het prima al die hectiek om mij heen. Ik weet wat ik wel en ook zeker niet kan. Wat anderen van mij vinden of over mij denken is hun en zeker niet mijn probleem. Ik heb al vroeg geleerd op de juiste wijze in de spiegel te kijken. Mede daardoor ben ik geworden wie ik nu ben. Als ik Roy spreek revalideert hij van een enkelblessure opgelopen door een wilde actie van AZ-speler Kemy Augustien. Sinds die overtreding staat 27 april met grote letters in zijn agenda. Op die datum neemt Feyenoord het tegen Roda JC op in de bekerfinale. Een prijs die het seizoen voor het 100-jarige Feyenoord nog wat glans moet geven. De laatste zes weken leefde hij dan ook als een monnik. Revalideren is niets anders dan discipline. Een eigenschap die Makaay als geen ander beheerst. Luisteren naar je eigen lichaam en de (para)medici, je leefwijze aanpassen aan je beroep. Het klinkt eenvoudig maar juist dat maakt het verschil in professionaliteit. De trap van Augustien was eigenlijk de eerste overtreding in zijn lange carriere die Makaay noodgedwongen aan de kant hield.Hoe overleefde hij de Spaanse en Duitse slagvelden tot nu toe? ‘Topwedstrijden vragen veel, heel veel van een voetballer, weet Makaay. In de top is concentratie cruciaal. Als je als spits een keer verkeerd staat opgesteld of net te laat opspringt, ben je gezien. In Spanje leerde ik al snel hoe verdedigers op dat niveau handelen. Een Spaanse, Argentijnse of Mexicaanse bikkelharde sloper is niet zo bezig met een mooie inspeelpass, die loert op het moment dat-ie je kan raken. Het zijn soms net guilrillia’s. Ik leerde bij de zijlijn nooit met mijn rug naar de verdediger een bal aan te nemen, want anders ging ik zo de reclameborden over en vloog de eerste ring in. Verdedigers genieten van die situaties. Omdat ze de bal én de man kunnen raken, en vaak zonder bestraft te worden. Uit mijn Spaanse periode vergeet ik de confrontaties met Valencia-verdeiger Roberto Ayala nooit meer. Gek genoeg word je als spits dan niet altijd door de scheidsrechters beschermd. In mijn eerste training bij Tenerife leerde ik vrij snel met dit sort situaties om te gaan. Ik werd gedwongen sneller te handelen en veel slimmer te worden. En je moest laten zien dat je er zelf ook bent, niet te intimideren bent. En het blijft natuurlkijk fantastisch een lange neus te maken als je tegen zo’n ‘bandiet’ een goaltje meepakt. Maar Makaay leerde in Spanje niet alleen zichzelf beschermen. Het leven daar was prima maar ook de dagelijkse trainingen waren een feestje. Vooral de samenwerking met Juan Carlos Valerón was geweldig. Wat kon die man voetballen zeg, we vonden elkaar blindelings. In de zware Spaanse competitie presteerde Makaay het zelfs om in het seizoen 2002/ ’03 met 29 doelpunten Europees topscorer te worden. Omdat hij als geen ander doorhad dat zo’n individuele prijs alleen gewonnen kon worden met hulp van zijn teamgenoten liet hij als dank voor elke medespeler een replica van deze gouden schoen maken. Na vier seizoenen La Coruna verkaste Makaay naar Munchen. Bij Bayern Munchen voelde hij zich al snel thuis. “Een geweldige warme club. Alles is perfect geregeld. Voor de spellers maar ook voor de gezinsleden. Eigenlijk is het daar één grote familie. En je leert er wel respect voor de Beierse cultuur te krijgen. Met z’n allen, of je nu Hollander, Braziliaan, Turk of Italiaan bent, in oktober én verplicht in lederhosen naar de bierfeesten. Als je weet wat een goodwill dat bij de supporters oplevert, dat is echt niet normal meer. Er is ook nooit paniek bij deze club. Lijkt me ook wel logisch met grootheden als Beckenbauer, Rummenigge, Hoeness, Sepp Maier en Gerd Muller in je organisatie. Die hebben alles in het voetbal toch al meegemaakt.
Roy Makaay: 'Gek dat je spits niet altijd wordt beschermd' In Duitsland draait voetbal om focus en concentratie, 95 minuten lang.’’ legt Makaay uit. Het gaat ook daar om dat ene moment. Omdat hij in de Bundesliga in drie achtereenvolgende wedstrijden in blessuretijd wist te scoren leverde hem dit de bijnaam Das Phantom op. Een karikatuur van een speler die vanuit het niets opdoemt en dan genadeloos toeslaat. Dat past wel bij mij en ik vond het wel grappig gevonden.Hoewel, ik niet allen toesla hoor. Kijk de statistieken er maar op na. Ik weet dat ik ook op de lijsten met assists altijd hoog sta genoteerd, want als een medespeler er beter voor staat, zal ik de bal altijd geven. Waarom zul je moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Spijt van zijn overgang naar Feyenoord (van een stap terug wil hij niets weten) heeft hij nog niet gehad. Vergelijken met het verleden heeft toch geen zin. Dit seizoen zijn we een traject gestart dat binnen drie jaar een grote prijs moet opleveren. De komende seizoenen mogen we in De Kuip dus iets gaan verwachten. Het was wel wennen dat we dit jaar geen Europees voetbal speelden. Maar dit had ook weer voordelen. Voor mijn lichaam was het niet slecht. Het kon na die buitenlandse tropenjaren wel wat rust gebruiken. Hoewel ik ook weer op moest passen dat ik van het op de bank liggen geen doorgezakte rug krijg. In het buitenland was ik altijd veel van huis terwijl ik het juist thuis altijd naar mijn zin heb. Zo zag ik mijn vrouw, die ik vanaf onze middelbare schooltijd al ken, en kinderen ook weer dagelijks en kon veel aandacht aan hen besteden. Mijn dochter van negen en zoontje van zes jaar zijn ook sportgek. De kleinste speelt nu in de F-jes. Is een totaal ander type dan ik. Hij maakt zelfs slidings!