Interview Life After Football (LAF) editie April 2008Mario van der Ende : ' Scheidsrechters komen binnen bij een grote club en voelen zich net Alice in Wonderland' Zijn agenda is drukker dan ooit. Maar Mario van der Ende heeft nog één duidelijke toekomstwens.Een rol als teammanager bij het nationale elftal van Suriname. En voor het gemak vult de ‘scheidsrechter van de eeuw’ ook alvast de rest van de technische staf in. ,,Henk ten Cate en Frank Rijkaard als trainers, Winston Bogarde die de verdedigers onder handen neemt, Clarence Seedorf die zich ontfermt over de middenvelders en Patrick Kluivert die de spitsen de fijne kneepjes van het vak bij brengt. Geen slechte staf toch?’’ Van der Ende bedacht zijn plan enkele jaren geleden toen hij samen met de RKC-selectie van Amsterdam naar Zanderij vloog. Eenmaal aangekomen op de luchthaven in Suriname voelde hij de ontspanning bij de andere reizigers over hem heen komen. ,,Iemand maande de mensen om iets meer snelheid te maken toen de vliegtuigtrap was aangesloten aan het toestel. ‘Meneer, u hebt misschien de klok, maar ik heb de tijd’, zeiden ze. Dat vond ik een geweldige binnenkomer. De mensen waren over het bos gevlogen waar op 7 juni 1989 die vreselijke vliegramp had plaatsgevonden en waren opgelucht dat het allemaal goed was gegaan. Dat was een heel aparte ervaring. In Suriname heb ik ook geleerd niet kwaad te worden. ‘Je moet niet boos worden. Je moet je gewoon verwonderen,’ zeiden ze daar. De warmte die ik heb gevoeld van die mensen heeft een grote indruk op me gemaakt.’’ De spraakwaterval Mario van der Ende mag dan al enkele jaren niet meer actief zijn als scheidsrechter, de geboren Hagenaar heeft de voetbalwereld nooit los gelaten. Met zijn bedrijf ‘Éndless Progression’ in zijn woonplaats Laren volgt hij alles op de voet. ,,Sinds ik weg ben bij de KNVB volg ik nog steeds heel veel wedstrijden,’’ zegt hij. ,,Ik schrijf voor de voetbalkrant De Bal Is Rond en columns voor het maandblad én de website van Elf onder meer over prestaties van scheidsrechters. Verder begeleid ik jong sporttalent dat de top wil bereiken. Nee, niet alleen voetballers. Wat Mario van der Ende een jonge wielrenner kan bijbrengen op weg naar de top? Nou, niet hoe hij zijn derailleur moet hanteren. Maar ik ken de sportwereld. Ik weet wat er allemaal kan gebeuren op weg naar de top.’’ Als voormalig leraar Maatschappijleer en Nederlands weet Van der Ende ook alles van de combinatie studie en topsport. Jarenlang doceerde hij aan een school in Delft, later hielp hij sporters aan een diploma die een opleiding volgden bij Schoevers. ,,Die ervaring kan ik gebruiken, die breng ik over op jonge talenten.’’ Daarnaast geeft Van der Ende lezingen bij bedrijven of sportclubs. Hij boeit de mensen door te vertellen over zijn ervaringen als internationaal toparbiter. De Hagenaar floot op het WK 1994 in Amerika en in 1998 in Frankrijk, leidde diverse topwedstrijden. De mensen hangen tijdens een avondvullend programma aan zijn lippen. ,,Gemiddeld doe ik vier tot vijf lezingen per maand. Erg leuk om te doen. Elke keer is weer compleet anders. Natuurlijk beginnen ze vaak over het moment dat vlak voor het duel Real Madrid tegen Borussia Dortmund omdat er doelpaal afbrak.’’ Op 1 april 1998 brak er vervolgens totale paniek uit bij Real Madrid omdat het bomvolle Bernabeu Stadion een topwedstrijd wilde zien. ,,Ik dacht nog, dat gaat niet meer op tijd gerepareed worden. Maar ik bleef kalm. De mensen vroegen ‘scheidsrechter, wat gaan we nu doen?’. Ik zei ‘nou, mijn vrouw Elsje bellen en zeggen dat ze de videorecorder uit kan doen, want dit gaat wel even duren.´’’ Het kwam allemaal goed in de Spaanse hoofdstad, zoals eigenlijk de hele loopbaan van Van der Ende een aaneenschakeling van hoogtepunten leek. Hij was van 1977 tot en met 2002 scheidsrechter en floot ruim 500 nationale en 135 internationale wedstrijden. Na zijn loopbaan maakte hij deel uit van de FIFA-scheidsrechters- commissie en was werkzaam bij de KNVB waar hij scheidsrechters opleidde en scoutte. ,,Een verschil in inzicht zorgde voor een breuk met de KNVB,’’ zegt hij. ,,Dat had met allerlei factoren te maken. Zo blijf ik het vreemd vinden dat in Nederland de arbiters het fluiten er een beetje bij doen, terwijl in landen als Duitsland, Spanje en Italië als een prof geleefd kan worden. Daar staat gewoon een mooi salaris tegenover. Ik floot soms op woensdagavond in een vol stadion twee internationale topploegen en de volgende dag stond ik weer voor de klas. En dat viel ook niet mee, want veel leerlingen wilden weten wat ik had meegemaakt. Zo hebben in Delft misschien wel driehonderd leerlingen na Ajax-Feyenoord in 1997 gevraagd waarom ik Richard Witschge niet hard heb aangepakt. Hij hield die bal lopend 9x hoog en dat zette bij de leerlingen met een voorkeur voor Feyenoord kwaad bloed. Dat waren slopende tijden. Ik heb in die tijd echt letterlijk een dubbelleven geleid.’’ Maar Van der Ende heeft veel meer te vertellen. Hij werd in 1999 opgeschrikt door een tumor in zijn hals. Nog altijd herinnert een groot litteken hem aan die onzekere tijd. Hij overwon de kanker en keerde terug op de velden. In zijn huis in Laren herinnert bijna niets de bezoekers aan de opvallende loopbaan van de voormalige jeugdspeler van ADO Den Haag. Maar het tuinhuis herbergt wel een reeks van onbetaalbare relikwieën. Alleen de peperdure vaas die hij ooit kreeg bij het duel het Benfica en het Spaanse Valencia ontbreekt. ,,Die vond ik zo lelijk, die heb ik aan mijn moeder gegeven en gezegd ‘kijk maar wat je er mee doet’. Zij had hem net weggegeven, hoorde ik hoeveel dat ding waard was. Dat was behoorlijk wat. Ik mijn moeder bellen. ‘Haal die vaas terug, zeg maar dat hij veel emotionele waarde heeft.’’ Bijna wekelijks kwam Van der Ende thuis in Laren met shirtjes van de grootste voetballers van de afgelopen decennia. Het laatste shirtje van superster Diego Maradona na het duel tussen Argentinië en Griekenland ligt in het tuinhuis in een plastic zak weg te teren. Alles weggegeven voor het op te starten voetbalmuseum. Van der Ende, destijds vierde official bij de interland, vroeg de Argentijn om zijn tricot. ,,Natuurlijk wist ik niet dat het zijn laatste wedstrijd zou zijn omdat hij een dag later gepakt werd bij de dopingcontrole. Maar ik heb meer opvallende shirtjes weten te bemachtigen. Stoichkov, Hagi. Soms kwamen die jongens zelf het shirtje brengen, soms moest ik er om vragen. Nee, ik heb ze niet verzameld, ik heb ze gestroopt. Ik denk dat ik er zeshonderd in Laren heb had liggen. Wij noemden het tuinhuis "het Lelijke dingen museum'. De dochters van Elsje waren er ook niet van onder de indruk. Alleen toen ik met het tricot van Paolo Maldini thuis kwam, werden ze écht enthousiast. Daar sliepen ze zelfs in. Zal wel te maken hebben met het feit dat hij er goed uit zag. Die meiden zijn dochters van Jan Rietman, dus ze waren wel iets gewend als het om bekende mensen ging. André van Duin, Anita Meijer , Lee Towers en Marco Borsato kwamen er regelmatig over de vloer. Ze wisten niet beter.’’ Laren is sinds tien jaar zijn thuishaven. Elsje woonde er, Van der Ende verliet er Kijkduin voor. Maar toch kan de kuststreek hem met regelmaat van de klok verleiden tot een bezoekje. ,,Dan ga ik uitwaaien op het strand. Heerlijk. Dat zou ik voor geen goud willen missen. En later op de dag een klein hapje in viszaak Simonis in Scheveningen of bij het Italiaanse restaurant La Liguria. De eigenaren zijn goede vrienden van mij". Van der Ende verlangt naar het strand en een goede dis, maar niet meer naar zijn scheidsrechtertenue en de fluit. Die tijd ligt volgens eigen zeggen achter hem. Zijn opvolging verloopt moeizaam. ,,Dick Jol is volgens mij nog steeds de beste scheidsrechter van Nederland. Ik heb altijd gezegd dat de scheidsrechter er is voor het voetbal. Dat mis ik wel eens bij jonge jongens. In mijn columns bij Elf geef ik mijn mening. Ja, ook over oud-collega’s. Of ze dat vervelend vinden? Weet ik niet. Als het goed is het goed, is het slecht dan moet dat ook opgeschreven kunnen worden. Ik heb het allemaal meegemaakt en mag mijn mening toch geven? Sinds ik weg ben bij de KNVB ben ik veel vrijer in wat ik wel en niet mag zeggen. De arbitrage was zijn roeping. Van der Ende voelde al vanaf het eerste moment dat hij de fluit hanteerde, dat hij de top zou kunnen bereiken. ,,Mijn eerste duel als scheidsrechter was op mijn achttiende bij de veteranen van ADO met onder meer de ex-internationals Theo Timmermans en Herman Chouffoer. ADO’s jeugdvoorzitter Nico van der Hoek, een verschrikkelijke scheidsrechterhater, zei na afloop dat ik het fantastisch had gedaan. Dat zette me aan het denken.’’ Zijn mooiste ervaring beleefde hij in 1997 toen hij Italië tegen Engeland leidde. Na afloop proefde hij het enorme respect dat de topspelers voor elkaar en de scheidsrechter hadden na een uitputtingsslag. Engeland plaatste zich voor de WK in 1998, Italië moest dat later doen via de play-offs. ,,Ik had net Angelo Di Livio in de slotfase een rode kaart gegeven, maar er was geen wanklank. Al die spelers zaten bij mij in de kleedkamerdaar in die grote stoelen. Maldini, Di Livio, Del Piero, Paul Ince, David Seaman, coach Glenn Hoddle. Ik zei tegen mijn assistent Jan Dolstra, geef die jongens iets te drinken en maak een foto. Die jongens waren fysiek en mentaal helemaal leeg. Zo’n duel op het scherpst van de snede, ik heb het nooit meer op die manier meegemaakt. Het zijn mooie herinneringen, maar mijn huidige leven is net zo boeiend. Ik heb altijd gewerkt naast mijn activiteiten als scheidsrechter, dus na mijn laatste wedstrijd als arbiter was er nooit een zwart gat. Ik zou alles zo weer overdoen, alleen het fluiten in de laagste regionen van Den Haag niet. Dat nooit meer. Verder heb ik van alles genoten. Alleen die droom nog over Suriname, verder is alles compleet.’’